Geschiedenis van De Militophile 1879

De Militophile 1879 
De Mirlitophile is de oudste carnavalssociëteit van Limburg. De sociëteit is waarschijnlijk gesticht in 1879. Men heeft echter niet een stichtingsacte, maar men heeft een oud raambiljet van 1890 waarop staat dat de Mirlitophile haar elfjarig jubileum viert.

In 1881 werd het Pantheon ingewijd; de plaats waar de prinsen worden uitgeroepen. De Mirlitophile organiseert jaarlijks vrijwel alle evenementen met carnaval in Valkenburg, met onder andere de proclamatie, de prinsezitting, het inblaoze en de lampjesoptocht.

Het symbool van de Mirlitophile is een wapenschild met een bok er op. Valkenburg is namelijk met carnaval 'het bokkenrijk'. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de speciale positie die Valkenburg in de Middeleeuwen gehad heeft waardoor het zich ook veel kon permitteren, ook tegen de wil van anderen in. Dit leidde snel tot koppigheid, zoals in de zegswijze: 'zo koppig als een bok'. Valkenburgers zagen dit als een geuzennaam en daaraan heeft de Mirlitophile haar symbool te danken.

De Naam
De oorsprong van de naam van de Mirlitophile is niet helemaal duidelijk. De meest aannemelijke verklaring is dat de naam uit Luik afkomstig is. Daar bestond een vereniging die zich genoemd had naar hun leider Philip Mirliton: "Les Mirlitophiles". Leden van deze vereniging zijn waarschijnlijk in Valkenburg geweest, wat de jonge Valkenburgse vereniging inspireerde om zich Les Mirlithopiles te noemen. Het was niet ongewoon in die tijd om zichzelf een Franse naam te geven, aangezien Frans chic was in die tijd. Daarnaast was de mirliton een razend populair carnavalsmuziekinstrument.

De Carnavalssociëteit de Mirlitophile 1879 
De Mirlitophile was aanvankelijk geen carnavalsvereniging. Zij zette zich in voor het maatschappelijk en economisch leven in hun stad. De Mirlitophile liet bijvoorbeeld tekeningen in de grotten aanbrengen om Valkenburg voor toeristen aantrekkelijker te maken. Ze stond aan de wieg van de VVV in Valkenburg, die het toerisme verder zou ontwikkelen. Voor de Mirlitophile zelf werd carnaval steeds belangrijker. Zoals inmiddels in vele steden, dorpen en wijken namen verenigingen als de Mirlitophile de organisatie van de carnavalsactiviteiten voor hun rekening.
 
Een andere en meer recente oorsprong vinden we in het Rijnland. Het begon in Keulen in 1823, dat toen bezet werd door de nogal militaristische Pruisen. Een groep Keulse ‘geletterden’ bedacht een ludieke manier om zich tegen de bezetter te keren; een optocht die zou lijken op de glorieuze intochten van de keizer in de tijd dat Keulen een vrije stad was. ‘Held Carnaval’, zoals hij werd genoemd, kreeg een prinsenkostuum aan en werd als een vorst op een praalwagen voortgetrokken. Een ‘Pruisische garde’, aangeduid met ‘Funken’, begeleide de optocht. Deze soldaten maakten vreemde pasjes, brachten een groet uit met de verkeerde hand en deelden kartonnen onderscheidingen uit en maakten zo de Pruisen belachelijk. Het werd een groot succes en het begin van een traditie. Het gebeuren bleef niet beperkt tot Keulen; het waaide over naar andere steden in het Rijnland zoals Dusseldorp en Aken. Daarmee stond het aan de grens met Limburg en waaide het vervolgens over naar Maastricht en Venlo.
 
Terug naar de carnavalszaal in het museum. Het Valkenburgse deel van de zaal is bijeengebracht door of door bemiddeling van de Mirlitophile. Naast elkaar worden gepresenteerd: Prins en Minister, Raad van Elf, Oud Prinsen, Prinsengarde, Jeugdprins en Minister, Auwt Wief en Blauw Sjuut. Het oude vaandel van de Mirlitophile is zeker een van de mooiere museumstukken. Interessant is ook de reeks prinsenmedailles, waarvan de oudste dateert uit 1969 en behoorde bij Prins Frans I . De koperen scepter van Prins Joep I uit 1986 is prachtig; dergelijke handgemaakte voorwerpen, in dit geval door Jan Odekerken, hebben een bijzondere uitstraling. Aan de wand hangt de proclamatie van Prins Peter III uit 1985.
 
De voor Valkenburg unieke Minister is vertegenwoordigd met een mooie oude ministerssteek. Een prinsenketting van de Oud Prinsen, toebehorend aan Oud Prins Joep I, heeft een aansprekende filosofische boodschap “Vergaet was-te bis Neet wae’s-te bis”. Van het Prinsengarde is er een compleet uniform en een vaandel uit 1966. Een kostuum van een Auwt Wief ontbreekt ook niet, maar heel bijzonder zijn een reeks onderscheidingen met kleine Auwt-Wief-kopjes, gemaakt van beschilderd brooddeeg. In de vitrine met geschenken aan het Gilde van de Blauw Sjuut wordt een tinnen bord getoond met de ingegraveerde tekst “Ter herinnering aan den Duip van Erna en Kuëbke, 8 oktober 7x11, Oud-Prinsen Sociëteit Vallekeberg” en de afbeelding van twee kalfjes.

De historie van Carnaval in Limburg en specifiek van Carnaval in Valkenburg.
Sinds 1997 is er een carnavalzaal in het Streekmuseum. In deze zaal wordt verteld over de historie van Carnaval in Limburg en specifiek van Carnaval in Valkenburg. Hoe die historie is verlopen laat zich goed met woorden beschrijven, maar voor de glans van de oude voorwerpen moet u toch zelf eens in de zaal rondkijken. "   Het historisch verhaal van Carnaval wordt verteld aan de hand van bewaard gebleven documenten, zoals een schilderij, foto’s, affiches en dergelijke. Hoewel Carnaval mogelijk wortels heeft in zeer oude gebruiken, van bijvoorbeeld de Germanen of de Romeinen, weten we niet duidelijk genoeg of we hier van Carnaval kunnen spreken. Van Carnaval of Vastenavond zoals wij dat nu kennen gaat de oorsprong niet verder terug dan de Middeleeuwen. In die tijd schreef de kerk een periode van vasten voor. Aan de vooravond hiervan mocht het volk zich te buiten gaan aan veel eten en drinken en plezier maken. Het wordt prachtig in beeld gebracht op een schilderij uit de Late Middeleeuwen, waarvan in het museum een reproductie te zien is. Het is geschilderd door Brueghel in 1559 en heeft de titel ‘De strijd tussen jonker Carnaval en vrouw Vasten’. Carnaval en Vasten worden op dit schilderij als twee personen weergegeven; een dikke en vrolijke man en een magere en ingekeerde vrouw. Maar even interessant zijn de mensen er omheen; mensen met ketels op hun hoofd, vreemde uitdossingen, muziek of lawaai makend met lepels en deksels. Ze komen voorbij in een optocht en de jonker wordt op een kar meegetrokken. De overeenkomst met ons huidig Carnaval is duidelijk; Vastenavond vieren en zeker de optocht."

Mirliton 2018